Privacy & het EVRM

Bart van der Sloot

Privacy & het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens

Bart van der Sloot is één van de internationale experts op het gebied van de interpretatie en analyse van de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens op het punt van artikel 8 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, waarin het recht op privacy is vervat. Hij heeft een eigen database vervaardigd, waardoor hij in staat is statistische analyses uit te voeren en correlaties en patronen te ontdekken in de jurisprudentie van het Hof. 

Dit artikel geeft een vrijwel volledig overzicht van de materiele reikwijdte van het recht op privacy onder artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.


Artikel 8 EVRM is aangenomen als een klassiek afweerrecht, dat de burger bescherming biedt tegen onrechtmatige en willekeurige inmenging van de staat in zijn privé- en gezinsleven, zijn woning en zijn communicatie. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft de werkingssfeer van dit artikel echter geleidelijk aan steeds verder uitgebreid, zodat het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer andere bepalingen uit het Verdrag overschaduwt, rechten en vrijheden omvat die door de opstellers van het Verdrag uitdrukkelijk buiten het EVRM zijn gelaten en nieuw ontwikkelde rechten en vrijheden een plek kunnen worden gegund onder het EVRM.


Download het artikel hier.

Privacy wordt algemeen gezien als een instrumentele waarde met betrekking tot negatieve vrijheid, menselijke waardigheid en persoonlijke autonomie. Artikel 8 EVRM, dat het recht op privacy beschermt, was oorspronkelijk bedoeld als een doctrine ter bescherming van de negatieve vrijheid van burgers in verticale relaties, dat wil zeggen tussen burger en staat. In de loop der jaren heeft het Hof de bescherming van de persoonlijke levenssfeer uitgebreid tot horizontale betrekkingen en heeft het geleidelijk aanvaard dat individuele autonomie een even belangrijke waarde is die aan het recht op privacy ten grondslag ligt. In de meeste recente zaken met betrekking tot artikel 8 EVRM gaat het Hof echter verder dan de bescherming van de negatieve vrijheid en de individuele autonomie en richt het zich in plaats daarvan op zelfexpressie en persoonlijke ontwikkeling. Het aanvaarden van deze deug-ethische notie, naast de traditionele Kantiaanse focus op individuele autonomie en menselijke waardigheid, als een kernwaarde van artikel 8 EVRM kan van vitaal belang blijken voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in het Big Data tijdperk.


Download het artikel hier.


Het is altijd al moeilijk geweest om vast te stellen welke schade er is ontstaan door een privacyschending. Welke schade wordt aangericht door iemand die zonder toestemming je huis binnentreedt, of door het afluisteren van een telefoongesprek door de staat, als er geen eigendom wordt gestolen of informatie aan derden wordt verstrekt? Deze vraag wordt steeds moeilijker te beantwoorden nu gegevensverzameling en -verwerking niet langer gericht zijn op specifieke individuen, maar op grote groepen of de samenleving als geheel. Welke specifieke schade wordt aangericht door de NSA en andere inlichtingendiensten die gegevens verzamelen over bijna iedereen of door de duizenden CCTV-camera's die het dagelijks leven van burgers op de hoek van bijna elke straat registreren? In de literatuur wordt al lang gediscussieerd over de vraag of 'morele' of 'immateriële' schade moet worden beschermd op grond van het recht op privacy

of dat er alleen rekening moet worden gehouden met schade die in geld kan worden gemeten en gekwantificeerd (economische schade). In dit artikel wordt een beschrijvende en statistische benadering gehanteerd om inzicht te geven in welke soorten schade wordt toegekend, hoe deze worden berekend en hoe de vergoeding zich verhoudt tot het soort schade dat wordt toegebracht. Dit gebeurt door het analyseren van de schadevergoeding die door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens wordt toegekend met betrekking tot privacyschendingen.


Download het artikel hier.

Het Handbook Privacy Studies is het eerste interdisciplinaire privacyhandboek ter wereld:

- Het is geschreven voor privacyonderzoekers die geïnteresseerd zijn in hoe er binnen andere disciplines naar dit veld wordt gekeken. Stel u bent een jurist en in uw onderzoek wordt u geconfronteerd met aspecten die raken aan ethiek en informatica: dit boek geeft u basiskennis van deze disciplines en suggereert literatuur over specifieke onderwerpen die voor u van belang kunnen zijn.

- Het is geschreven voor studenten die geïnteresseerd zijn in privacy vanuit een multidisciplinaire achtergrond. Het kan worden gebruikt als een leerboek in interdisciplinaire onderwijsprogramma's zoals de minor Privacy Studies. Het kan ook gebruikt worden voor disciplinaire vakken waarbij privacy een van de relevante aspecten vormt.

- Het is ook geschreven voor een algemeen publiek dat geïnteresseerd is in privacy. Privacy is bijna dagelijks in het nieuws - Facebook en Cambridge Analytica, hacks en profiling, medisch onderzoek en big data technologie, de Algemene Verordening Gegevensbescherming, en mass surveillance door inlichtingendiensten – het komt allemaal aan bod in dit boek.


Koop het boek hier, download de Table of Content hier of download de draft van het juridische hoofdstuk hier.

Andere Wetenschappelijke Publicaties